Op 25 april 2019 is het nader voorlopig budget 2019 voor de uitvoering van de Participatiewet, IOAZ, IOAZ en BBZ 2004 (levensonderhoud startende zelfstandigen) door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vastgesteld op € 9.515.701 (op basis van 680 uitkeringen). Dit is € 322.749 lager dan begroot aan de hand van het voorlopig budget.
Ten opzichte van de begroting verwachten wij een positief resultaat van € 270.401. Dit bedrag is te verklaren door enerzijds een positief resultaat door een daling van het aantal uitkeringen in 2019. Maar ook doordat uitkeringsgerechtigden een parttime baan hebben waardoor de gemeente minder moet aanvullen op de uitkering. Dit heeft een positief effect ten bedrage van € 874.047. Anderzijds zijn de uitgaven loonkostensubsidie en kosten BBZ met € 280.897 gestegen, en is zoals hierboven genoemd de doeluitkering (budget inkomensdeel) met € 322.749 verlaagd.
Bij het verwachte voordeel in 2019 dient de kanttekening geplaatst te worden dat dit nog afhankelijk is van de definitieve toekenning van het budget in oktober 2019 en overige ontwikkelingen die zich in 2019 nog kunnen voordoen.

In de Kadernota 2016 is het budget voor de jaren 2016-2019 vastgesteld. Destijds is aangegeven dat we jaarlijks het financieel perspectief gaan bekijken om zo vinger aan de pols te houden.
De uitgaven 'levensonderhoud en kapitaalverstrekking' voor ondernemers met financiële problemen die een beroep hebben gedaan op het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen, dalen nog steeds. Dit betekent ook een lagere vergoeding van het Rijk. Daarnaast blijven de uitvoeringskosten, welke voor rekening komen van de gemeente, stabiel. Per saldo is voor 2019 € 123.038 begroot en verwachten wij dat de exploitatie
€ 221.089 gaat bedragen. Dit betekent voor 2019 een overschrijding van € 98.059.

De Meicirculaire 2019 wordt toegelicht onder taakveld 0.7.